Wat is de Eurovergunning?

18 maart 2024
3 minuten
Arno Ermers

Een transportbedrijf moet vaak voorzien zijn van diverse certificaten en vergunning, voordat het volledig operatief kan en mag zijn in de transportsector. Een van de vergunningen welke een transportbedrijf vaak in bezit moet hebben, is de Eurovergunning. Dit is een vergunning voor organisaties die in ruil voor betaling goederen transporteren via het wegennet binnen de Europese Unie. Voor transport met wagens met een groter laadvermogen dan 500 kilogram buiten de Europese Unie, dienen andere vergunning te worden aangevraagd zoals de CEMT-vergunning.
De Eurovergunning dient te worden aangevraagd voor bedrijven die zich bezighouden met nationaal en internationaal transport met voertuigen met een groter laadvermogen dan 500 kilogram. De hoeveelheid aan laadvermogen staat vermeld op het kentekenbewijs van het transportmiddel. In de praktijk blijkt dat naast vrachtwagens ook bestelauto’s vergunningplichtig zijn vanwege het laadvermogen.

Hoe gaat het in zijn werk?

Voor het verkrijgen van de Eurovergunning moet een bedrijf minimaal één voertuig hebben. Bij de aanvraag van de vergunning wordt dus minimaal één bewijs aangevraagd. Zodra het bedrijf de vergunning heeft verkregen, moet het officiële document meegenomen worden in het voertuig tijdens het transport. Mocht ernaar gevraagd worden, dan dient de chauffeur in staat te zijn dit document te kunnen laten zien. De Eurovergunning is kentekenvrij en is dus niet gekoppeld aan één transportmiddel. Zodra een voertuig bijvoorbeeld bij de garage staat ter reparatie, dan is het mogelijk het bewijs mee te nemen in een vervangend transportmiddel.
De Eurovergunning wordt afgegeven voor vijf jaar. Wanneer de vergunning na vijf jaar is verlopen, kan het bedrijf weer een nieuwe vergunning aanvragen. In de vijf jaar tijd dat een bedrijf beschikt over een Eurovergunning, dient het bedrijf te blijven voldoen aan de voorwaarden. Als een bedrijf niet meer aan de voorwaarden voldoet, kan de vergunning worden ingetrokken.

De voorwaarden voor de Eurovergunning

De Eurovergunning wordt uitgegeven door de NIWO. NIWO staat voor: Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie. Voordat de NIWO een Eurovergunning regelt voor een bedrijf, dient het bedrijf eerst aan vier voorwaarden te voldoen.

1. Vakbekwaamheid

De eerste voorwaarde waar een bedrijf aan moet voldoen is vakbekwaamheid. Dit houdt in dat een bedrijf een transportmanager in dienst moet hebben of extern moet inhuren die vakbekwaam is. Dit wordt bewezen aan de hand van het vakdiploma voor ondernemer in het goederenvervoer over de weg. Om dit diploma te behalen, heeft een transportmanager zes examens afgelegd bij het CBR. Daarnaast moet de interne transportmanager nog aan wat eisen voldoen zoals het leiding geven aan en inhoudelijk betrokken zijn bij de vervoerswerkzaamheden en het ingeschreven staan bij de onderneming in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Externe transportmanagers moeten zelfs aan nog meer aanvullende voorwaarden voldoen. Voorbeelden hiervan zijn het werken op basis van een managementovereenkomst en het ontvangen van een redelijke beloning voor werkzaamheden.

2. De Eurovergunning

De tweede voorwaarde voor het verkrijgen van de Eurovergunning, is het hebben van een reële vestiging. Het is belangrijk dat een bedrijf economische activiteiten uitvoert vanuit een locatie in Nederland. Het is daarbij uiteraard belangrijk dat de onderneming ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Deze inschrijving wordt door de NIWO gecontroleerd. Ook controleert de NIWO of het bedrijf wel minimaal één transportmiddel heeft waarmee de goederen getransporteerd kunnen worden. Mocht de NIWO erom vragen, dan dient het bedrijf een kentekenbewijs te laten zien of een huur- of leasecontract van het voertuig waaruit blijkt dat het transportmiddel in eigendom is van het bedrijf.
Een andere voorwaarde waar een organisatie aan moet voldoen voordat het een Eurovergunning kan ontvangen, is het hebben van financiële draagkracht. Hierbij wordt gekeken naar de kredietwaardigheid van de organisatie. Het risicodragend vermogen moet € 9000,- zijn bij het inzetten van één transportmiddel. Mocht een organisatie er meer in willen zetten, dan komt daar een risicodragend vermogen van € 5000,- bij bij elk volgend transportmiddel. Naast voldoende risicodragend vermogen, moet de organisatie een samenstellingsverklaring overhandigen van een financieel deskundige die lid is van de Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA), lid is van Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) of lid is van Register Belastingadviseurs (RB). Zodra een bedrijf aan al deze voorwaarden voldoet, heeft het bedrijf volgens de NIWO voldoende financiële draagkracht.

3. Betrouwbaarheid

Als laatste voorwaarde moet een bedrijf betrouwbaar zijn. De betrouwbaarheid van de organisatie en de transportmanager moet worden aangetoond door middel van een VOG. VOG staat voor een Verklaring Omtrent het Gedrag. Deze verklaringen worden afgegeven door het ministerie van Justitie en Veiligheid. Wat voor een soort VOG een organisatie moet aanvragen, hangt af of het bedrijf een eenmanszaak, BV of een VOF is. De VOG mag bij de aanvraag van de Eurovergunning maximaal twee maanden oud zijn.

Freight Frame

Join the

Front row

Deze website is (nog) niet geoptimaliseerd voor weergave in landscape modus.
Houd je mobiel rechtop om de staande modus te gebruiken.